Identiteitsbewijs, huisvesting en dagbesteding op orde na detentie: minder recidive
Ex-gedetineerden die na detentie een identiteitsbewijs en huisvesting hebben, hebben vaker werk en plegen minder vaak opnieuw een delict. Dat blijkt uit de zesde meting van de Monitor nazorg ex-gedetineerden van het WODC.
Het hebben van een identiteitsbewijs, dagbesteding en huisvesting blijkt van groot belang om ex-gedetineerden succesvol te laten re-integreren. Mensen bij wie deze basisvoorwaarden niet op orde zijn hebben een kleinere kans op werk en een grotere kans op recidive.
Re-integratiebeleid
In de jaren 2013 tot en met 2016 keerden jaarlijks ongeveer 20 duizend mensen na een gevangenisstraf van meer dan twee weken terug in de Nederlandse maatschappij. Het re-integratiebeleid is erop gericht om deze mensen zo goed mogelijk te laten terugkeren in de maatschappij en daarmee nieuwe criminaliteit (recidive) te voorkomen door te zorgen dat de basisvoorwaarden op orde zijn.
Niet alle basisvoorwaarden hebben echter een even grote invloed op de kans op recidive. Meer dan een kwart van de gedetineerden heeft schulden bij hun zorgverzekeraar, een indicator dat zij problematische schulden hebben, maar dit blijkt niet samen te hangen met een grotere kans op recidive of een kleinere kans op werk.
Identiteitsbewijs belangrijk voor werk en recidive
Van veel gedetineerden is niet bekend of ze een identiteitsbewijs hebben. Van mensen van wie dit wel bekend is heeft 14 procent geen geldig identiteitsbewijs bij het verlaten van de gevangenis. Mensen met een identiteitsbewijs hebben een grotere kans op werk en een kleinere kans op recidive.
Volgens de onderzoekers is daarom betere samenwerking nodig tussen de Dienst Justitiële Inrichtingen en gemeenten om te registreren wie een identiteitsbewijs heeft en om gedetineerden in de gelegenheid te stellen om tijdens detentie een identiteitsbewijs aan te vragen.
Dagbesteding door werk of opleiding werkt
Gedetineerden met een identiteitsbewijs en huisvesting hebben een grotere kans op werk. Het hebben van een identiteitsbewijs, huisvesting, het volgen van een opleiding en werk leiden vervolgens tot lagere recidive. In de maand na detentie heeft 85 procent van de ex-gedetineerden echter geen dagbesteding in de vorm van werk of een opleiding en een derde geen inkomen uit werk, een uitkering of pensioen.
Het lijkt erop dat niet zozeer het inkomen, maar vooral het hebben van dagbesteding en sociale contacten door werk leidt tot lagere recidive. Dit kan worden afgeleid uit het feit dat een uitkering minder effect heeft op recidive. Naast werk moet volgens de onderzoekers dan ook worden ingezet op vrijwilligerswerk, sport of andere activiteiten waarbij mensen in contact kunnen komen met niet-criminele anderen.
Stabiele huisvesting belangrijk
De onderzoekers vinden sterke aanwijzingen dat stabiele huisvesting (met name bij een partner, ouders of anderen) leidt tot een grotere kans op werk en minder recidive. Bijna een kwart van de gedetineerden staat na detentie niet ingeschreven op een adres. Vooral adresloze vrouwen hebben een grotere recidivekans. Het organiseren van huisvesting is daarom extra belangrijk voor vrouwen.